Olivier Meijs moest op elke apparaat een goede prestatie leveren |
Interviews |
Dancevenue heeft door de jaren heen heel wat dj’s van internationaal topniveau gesproken. Zo zijn Armin van Buuren, Hardwel, dj Isis en SunneryJames & Ryan Marciano aan het woord geweest. Wij vinden het nu tijd voor een ander woord en geluid. Nederland kent zo ontzettend veel goede, creatieve en bevlogen dj’s. Sommigen zijn al 30 jaar bezig en anderen net begonnen. Dancevenue wil jullie kennis laten maken met nieuwe gezichten en met een nieuw geluid. Wie weet ontdek jij jouw nieuwe pareltje! Vandaag maken jullie kennis met de sympathieke mede oprichter van de DJ School van Amsterdam Olivier Meijs.
Hoi Olivier, kun je ons iets vertellen over jouw achtergrond? Ik ben geboren en getogen in Amsterdam. Vóór mijn huidige leven als manager bij DJ School Amsterdam was ik ongeveer tien jaar fulltime DJ. In 2008 richtte ik met mijn broer de DJ School op. Ik heb gestudeerd aan de School voor Journalistiek in Utrecht en zou journalist worden als het DJ’en mijn studie niet had doorkruist. Met veel pijn en moeite uiteindelijk toch nog mijn papiertje gehaald. Mede op aandringen van oudere DJ’s ‘van naam’ die niets hadden om op terug te vallen als de boekingen terug liepen. Hoe ben jij achter de decks terecht gekomen? DJ worden was helemaal niet mijn doel. Maar vanwege mijn verzameling kwam van verschillende kanten de vraag of ik muziek kon verzorgen. Tegelijkertijd werd ik door het uitgaan kind aan huis in tenten als de Odeon, Soulkitchen, Paradiso en Meander. Er draaide in Amsterdam een generatie DJ’s die met disco en soul een prachtig ‘verhaal’ konden vertellen: KC The Funkaholic, Cassie 6 en Jan Novica om een paar te noemen. Ik kon helemaal opgaan in lange James Brownplaten, zoals dat nu meer op Techno gebeurt. Ik was bijna iedere avond van de week in een club en ik stapte altijd op de DJ af als die lekker draaide. Toen ik eenmaal ontdekte dat DJ’en me wel lag, wist ik dus precies waar ik moest zijn om in ‘het wereldje’ te komen. Bij DJ’en is de eerste indruk heel belangrijk. Ik had maar één eis aan mezelf als ik ergens draaide: dat iedereen, van de portier tot het barpersoneel, na afloop zei: ‘Jij kan het wel’. Als dat zo was wist je dat de kans groot was dat je teruggevraagd werd. Op de meeste plekken waar ik heb gedraaid, stonden hele goede DJ’s en was het op de piek van de avond afgeladen vol. Je moest altijd onder druk presteren en dat was een hele goede leerschool. Ik kon in het begin nachten wakker liggen van één verkeerde mix. Ook al wist ik toen ook al dat je daar niet op afgerekend wordt. Ik had bij het draaien een perfectionisme dat ik verder maar op heel weinig vlakken heb. Wat draai je en is dat een bewuste keuze? Hoe bereid jij een mix of dj set voor? Al heel vroeg kwam ik erachter dat een volledig geplande set voor mij niet werkte. Omdat de situatie die je aantreft nooit helemaal te voorspellen is. Zoals tijdens een van de eerste ADE-edities in Amsterdam. Ik had mijn hele set voorbereid, maar omdat het publiek niet lekker op mijn eerste twee nummers reageerde heb ik het helemaal omgegooid. Waar heb je zoal gedraaid? Er is bijna geen plek in Amsterdam waar ik niet gedraaid heb. Ook al heten veel plekken nu anders of bestaan ze niet meer. De More, Werck, Amstelhaven, Three Sisters op het Leidseplein waren enkele plekken waar ik vast draaide. En ‘De Maandag’ in Club Meander. Dat was jarenlang iedere week volle bak en een heerlijke plek om muzikaal dingen uit te proberen. Die avonden deed ik samen met mijn broer Roeland. Net als de meeste high-profile gigs, die deden we onder de naam Grooveservice. Als duo draaiden we door het hele land en waren we headliner op verschillende grote feesten. Vaak in combinatie met verschillende live-muzikanten. Met name de gigs met Norman Soares op percussie (de onlangs overleden oprichter van de Dancefair) barstte van de energie en waren een genot om te doen. Als ‘Grooveservice’ organiseerde we zelf ook clubavonden met live artiesten, waaronder een aantal gedenkwaardige edities in ‘Canvas’ op de bovenste verdieping van het oude Volkskrantgebouw. We hadden een redelijke ‘following’ gecreëerd en op die avonden konden we muzikaal diep gaan. Dat zijn avonden om nooit meer te vergeten. Aan het einde van de 00’s kwam het geven van workshops op ons pad. We hadden er enorm veel plezier in om ‘het geheim’ van goed DJ’en uit de doeken te doen voor mensen die nog nooit een draaitafel van dichtbij hadden gezien. Het was ook een manier om letterlijk en figuurlijk dichter bij mensen te zijn. Na jaren van draaien gaf dat een kick die voor een volle dansvloer wat afvlakte. Daarnaast waren mijn broer en ik altijd heel gedreven bezig met de theorie achter het vak. Op de terugweg van gigs konden we uren napraten over de muzikale keuzes die we die gemaakt hadden. Het was dus een heel vanzelfsprekende stap om op een dag samen ‘DJ School Amsterdam’ te beginnen. Ruim tien jaar later hebben we een mooi instituut staan. En bovenal heeft het lesgeven me vele prachtige ontmoetingen met hele bijzondere mensen opgeleverd. Ik heb zó veel ex-leerlingen die me nog steeds een lach op mijn gezicht geven als ik aan ze denk. Dat is iets waar ik nog iedere dag dankbaar voor ben als ik naar mijn werk ga. Welke apparatuur gebruik jij? Een paar jaar lang nam ik Gemini CD-spelers mee naar de clubs om zeker te zijn dat ik mijn CD’tjes kon draaien. Later werden dat de compacte Pioneer CDJ-400 en daarna de CDJ-1000, de eerste met de look van de hedendaagse spelers. Dus dat ik nu ergens kom en er staat netjes een CDJ-2000NX2 set klaar, ervaar ik nog steeds als luxe. Wat wil je Dancevenue nog meer vertellen? Een lekkere set draaien is enorm bevredigend. Maar anderen beter zien worden en bijdragen aan iemands persoonlijke groei is voor mij het hoogst haalbare. Een leerling die met knikkende knieën een podium op gaat, een mooie set draait en daarna in totale euforie naast je staat.. dat went nooit. Meer informatie |